‘Komt u toch mee, u op wie de zegen van de HEER rust,’ zei Laban. ‘Waarom blijft u hier buiten staan, terwijl ik het huis al in gereedheid heb gebracht en er plaats is voor uw kamelen?’ Daarop ging de man met hem mee naar huis. De kamelen werden afgezadeld, ze kregen stro en voer, en er werd water gebracht zodat de man en zijn metgezellen hun voeten konden wassen. Ook werd hem een maaltijd voorgezet, maar hij zei:

‘Voordat ik ga eten moet ik u iets zeggen.’ ‘Ga uw gang,’ zei Laban. Toen zei hij:

‘Ik ben een knecht van Abraham. De HEER heeft mijn meester overvloedig gezegend, zodat hij rijk is geworden:

Hij heeft hem schapen, geiten en runderen gegeven, zilver en goud, slaven en slavinnen, kamelen en ezels. En Sara, de vrouw van mijn meester, heeft hem een zoon gebaard toen ze al oud was; aan hem zal hij al zijn bezittingen nalaten. Nu heeft mijn meester mij een eed laten zweren. Hij zei:

“Je mag voor mijn zoon geen vrouw zoeken onder de meisjes van Kanaän, het land waar ik nu woon. Je moet naar mijn eigen familie gaan, naar mijn naaste verwanten, en daar een vrouw voor mijn zoon zoeken.” Toen zei ik tegen mijn meester:

“Misschien wil die vrouw niet met mij meegaan.” Maar hij antwoordde mij:

“De HEER, naar wiens wil ik mij steeds heb gericht, zal Zijn engel met je meesturen en ervoor zorgen dat je binnen mijn familie, onder mijn naaste verwanten, een vrouw vindt voor mijn zoon. Je mag je alleen dan ontslagen achten van deze eed wanneer je naar mijn familie bent gegaan en ze haar niet aan je meegeven; in dat geval ben je van deze eed ontslagen.” Welnu, vandaag kwam ik bij de bron hier en ik zei:

“HEER, God van mijn meester Abraham, als U mijn onderneming werkelijk wilt laten slagen … Ik sta hier bij deze bron. Als er nu een jonge vrouw de stad uit komt om water te putten en ik vraag haar:

‘Wil je me alsjeblieft een beetje water uit je kruik geven,’ en ze antwoordt:

‘Ga uw gang, ik zal ook voor uw kamelen water putten,’ laat dat dan de vrouw zijn die U, HEER, hebt bestemd voor de zoon van mijn meester.”

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël
Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6
Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2
Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3
Genesis 50:22-26 Jozefs dood
Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2
Genesis 7:1-16 Noach 2
Genesis 4:1-16 Adams zonen 1
Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1
Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2
Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1
Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4
Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4
Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 25:19-34 Jakob en Esau
Genesis 2:1-4 De schepping van hemel en Aarde 3
Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1
Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5
Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1
Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4
Genesis 37:1-11 Jozef verkocht en naar Egypte gebr...
Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4
Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän
Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1
Genesis 11:1-9 Babel
Genesis 31:17-30 Jakob bij Laban 8
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2
Genesis 6:5-22 Noach 1
Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1
Genesis 8:15-22 Noach 5
Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3
Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2
Genesis 37:26-36 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1
Genesis 44:14-23 Jozefs broers opnieuw in Egypte 5
Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1
Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3
Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3
Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3
Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2
Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1
Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde
Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5
Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3
Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte
Genesis 11:27-32 Terach
Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3
Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5
Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3
Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2
Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1
Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1
Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1
Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7
Genesis 30:33-43 Jakob bij Laban 6
Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2
Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2
Genesis 49:1-15 Jakobs levenseinde 4
Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5
Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël
0Shares